Na een kang requisitoir komt de officier van justitie tot zijn strafeis. Voor Van K. vraagt hij 18 jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging. Zijn ontkennende en niet meewerkende houding wordt hem zwaar aangerekend, net als zijn strafblad: hij werd al twee keer eerder veroordeeld voor een geweldsmisdrijf en kreeg tbs.
Tegen Michel B. eist het OM 15 jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging.
Morgen gaat de zaak verder en komen de verdachten van beide verdachten aan het woord.
De persoonlijke omstandigheden van Michel B. zijn ronduit problematisch. ,,Als ik zeg dat u een moeilijke jeugd hebt gehad, dan is het alsof ik zeg dat de paus katholiek is”, zegt de rechter. B. woonde sinds zijn vierde in internaten, gebruikte op jonge leeftijd al alcohol en drugs, werd naar eigen zeggen jarenlang door zijn vader misbruikt en door zijn stiefvader mishandeld. Volgens onderzoek door het Pieter Baan Centrum heeft hij een lage intelligentie, is hij makkelijk beïnvloedbaar, heeft hij symptomen van adhd en ptss en zorgt de optelsom van verschillende stoornissen voor een chronisch disfunctioneren. In 2008 werd hij veroordeeld voor een zedendelict en kreeg hij tbs opgelegd.
De rechter gaat verder met het bespreken van de persoonlijke omstandigheden van de verdachten en begint met Jan van K. Die werd in zijn jeugd misbruikt, begon al jong met drinken en ontwikkelde een alcoholverslaving. In militaire dienst, gelegerd in Duitsland, werd hij vader van een tweeling. Die zag hij alleen bij de geboorte en daarna nooit meer. In 1995 werd Van K. voor het eerst veroordeeld voor een geweldsdelict en kreeg toen ook tbs. In 2003 volgde een tweede veroordeling, eveneens voor een geweldsdelict. Ook toen werd tbs opgelegd. Uiteindelijk zat Van K. 23 jaar in een tbs-kliniek. In 2017 kreeg hij ontslag, omdat hij zijn leven gebeterd leek te hebben. Onder meer zijn alcoholverslaving leek onder controle. Eenmaal weer terug in de maatschappij verviel hij al snel weer in zijn oude gedrag. Van K. begon weer fors te drinken, vertoonde anti-sociaal gedrag en bouwde snel schulden op.
Na een lange lunchpauze gaat de zaak verder met de vorderingen. De nabestaanden eisen schadevergoeding van de verdachten voor een bedrag van circa zestigduizend euro. Het gaat onder meer om affectieschade en materiele kosten die de nabestaanden hebben gemaakt. Volgens Postma, advocaat van de nabestaanden, gaan zij zeer gebukt onder het feit dat hun vader door een misdrijf om het leven is gebracht. ,,Ja, de relatie tussen vader en kinderen was getroebleerd. Er was geen contact meer, ter bescherming van de kleinkinderen. Maar het was wel hun vader, en de loyaliteitsband was er. De dood van hun vader heeft hen zeer geraakt.”
Het is tijd voor het slachtofferspreekrecht. Oudste dochter begint met haar verklaring. Ze is geëmotioneerd, maar spreekt duidelijk. Ze had al tijden geen contact meer met haar vader. ,,Hij had zijn fouten toegegeven en zijn straf ondergaan. Ik had gehoopt antwoorden te vinden in zijn huis, maar alles was weg, zijn laptop geleegd. Alle verjaardagen van de kinderen stonden op de kalender aan de koelkast. Ondanks zijn verleden, was hij wel mijn vader. Deze verdachten mogen nooit meer deel nemen aan de samenleving, ter bescherming van iedereen.”
Er wordt van alles gestolen bij Gerrit, nadat hij is omgebracht. Naast geld, zo’n 8000 euro (een paar dagen na de moord werden bedragen overgemaakt, zoals de huurtoeslag en zorgtoeslag die werden gestort). Ook werden een ketting, laptop en mobiel meegenomen. De verdachten kenden Gerrit vanuit tbs-kliniek Oostvaarders in Almere. Jan van K. ging vrijwel iedere zaterdag samen met Gerrit naar de markt, dagelijks belden ze even. ,,Ik beschouwde hem als mijn vriend. Denkt u dat ik geen spijt heb dat ik niet heb ingegrepen? Ik draai de film steeds weer af in mijn hoofd.”
Zitting gaat verder na de pauze. Uit het politieonderzoek komen een aantal mogelijke motieven naar voren: geld, want er is zowel contant geld van Gerrit gestolen als gelden overgeboekt via de bankrekening van het slachtoffer. Een ander motief zou kunnen zijn dat beide verdachten Gerrit te grazen namen vanwege zijn vermeende seksuele voorkeur voor minderjarigen. Tot ergernis van de verdachten blijft de rechter doorvragen over hun motieven voor de moord, maar die is er volgens Michel B. en Jan van K. niet. ,,Gerrit moest niet dood, er was geen motief. Ik heb er spijt van.”
Michel B. geeft aan dat de feiten hem erg aangrijpen, hij is toe aan pauze. ,,Mijn medicijnen zijn bijna uitgewerkt." De rechter hoopt dat B. na de pauze weer genoeg energie heeft om verder te verklaren. Om 11.05 uur gaat de zitting verder.
De sfeer is vriendschappelijk, totdat de sfeer plotseling omslaat. Gerrit zou een opmerking hebben gemaakt in de trant van ‘Michel wil wel even aan mijn knobbeltje zuigen’. Als Michel dit hoort ontsteekt hij in woede. ,,Ik kreeg flashbacks. Ben 22 jaar lang misbruikt door mijn eigen vader.” Michel stond op en liep op Gerrit af, die probeerde hem met een schaar te steken. Michel pakte de schaar af en deelde twee stoten uit in het gezicht. Daarna duwde hij een kussen tegen Gerrits gezicht, legde een nekklem aan en wikkelde hij een stuk tape om de nek van het slachtoffer waar hij aan trok. ,,Het kan zijn dat hij na de nekklem al dood was.” Volgens Michel heeft Jan van K. hem bij het geweld geholpen, Van K. zelf ontkent dat ten stelligste. ,,Ik was onder invloed, zat als bevroren op de bank. Was verbouwereerd en niet in staat tot actie.”
In het bloed van het slachttoffer werden diverse medicijnen gevonden - zoals morfine, een antipsychoticum en diclofenac – terwijl op de medicijnlijst van Thomassen deze middelen niet voorkwamen. Op de medicijnlijst van Van K. wél. Uit zijn woning zijn deze medicijnen dan ook meegenomen en ongezien, via drank, aan Thomassen gegeven. Beide verdachten geven elkaar daar de schuld van. Het is wellesnietes. ,,Ik ben daar wel een beetje klaar mee”, geeft Michel B. aan. ,,Ik speel open kaart, omdat ik een goede vader voor mijn dochter wil zijn. Het stoort me dat Van K. geen open kaart wil spelen.”
Michel B. is op proefverlof als hij op bezoek gaat bij Thomassen. Hij gebruikte die dag naar eigen zeggen geen drugs, geen alcohol en ook geen medicatie. Toch zat hij niet lekker in zijn vel. Het ging niet goed met zijn dochtertje, dat zorgde voor spanning, dat kropte hij op. ,,Het had effect op hoe ik me voelde.”
Jan van K. was ten tijde van de moord een stevige drinker. Bier dronk hij vooral, geen sterke drank. Vijftien halve liters per dag. Begon ermee met opstaan in de ochtend. Ook het weekend van de moord veel bier gedronken, net als blowen. Van K. had die dag zo’n vijf tot zes jointjes gerookt. Ook gebruikte hij medicijnen, een hele waslijst.
Toen B. en Van K. bij Thomassen op bezoek gingen – ze kenden elkaar uit de tbs-kliniek – dronk ook het latere slachtoffer stevig door, whisky onder meer.
Met enige vertraging is de rechtszaak tegen Michel B. en Jan van K. begonnen. Slachtoffer Thomassen werd in zijn woning gedrogeerd, geslagen en uiteindelijk gewurgd. Daarna is hij beroofd van pinpassen, sieraden en andere spullen. Pas na circa een week werd hij na een tip door de politie in zijn appartement aan de Rode Klif in Lelystad gevonden. De dochters van het slachtoffer zitten op de publieke tribune en zullen vandaag een slachtofferverklaring geven. Veel is nog onduidelijk, wat wel duidelijk is: de rechter doet op 9 september uitspraak.